Orfeus
Koen De Graeve (LAZARUS) en Flat Earth Society OrchestraIn een hartverscheurende poging om de dood van zijn geliefde ongedaan te maken, probeert Orfeus voor het drieduizendste jaar op rij de Onderwereld in te duiken. Ondertussen deelt Orfeus overmatig openhartig de inzichten die hij al die tijd verzamelde.
Om de tijd te doden.
Met zijn eigen mythe als wapen.
De toehoorders als proefkonijnen.
De juiste snaar als lokmiddel.
Het onmogelijke als rode lap.
Groundhog Day Triplex.
Opgestuwd door een vijftienkoppige geluidsdraak, die zichzelf de Vlakke Aarde Sociëteit noemt (FES).
16 flapperende lippenparen op één podium.
Koen De Graeve (LAZARUS) en Peter Vermeersch (Flat Earth Society Orchestra) verkeren in bloedvorm. In Orfeus verkennen ze de uitersten van de menselijke vindingrijkheid, op een muzikaal bedje van oud-Griekse jazz, overgoten met een van beelden barstende woordenstroom die verwondert en verwart, prikkelt en ontroert.
Een twee uur durende hilarische wanhoopspoging.
Die zal mislukken.
Moge iedereen sterven van genot. (Epicurus)
Of van sublieme gehoorschade. (Aphex Twin)
Of van verveling. (God)
LINKS RECENSIES / INTERVIEWS
Magali Degrande, Het Nieuwsblad ****
“Tussen dorpsgek en genie. De Graeve als een rusteloze ziel. Het is allemaal bijzonder associatief. Overweldigend en ontwrichtend. Het lijkt een spoken word performance, geruggensteund door het vijftienkoppige live orkest van FES.”
Gilles Michiels, De Standaard ****
“Bezield in elke vezel. Koen De Graeve treedt als Orpheus de waanzin tegemoet in deze knetterende theatertrip.”
Els Van Steenberghe - Focus Knack ****Buikdansende Koen De Graeve leidt zijn publiek door zijn tollend hoofd in Orfeus.
Koen De Graeve in Chezbartizze.be
Koen De Graeve in Ter Dilft Magazine
Koen De Graeve in Stamp Media
Koen en Peter in ZOUT Magazine
Koen en Peter in Culture Club (Radio 1)
interview Peter Vermeersch in Music Matters (Klara)
CREDITS
tekst en spel Koen De Graeve
muziek Peter Vermeersch
---
muzikanten Flat Earth Society Orchestra
---
Peter Vermeersch compositie, klarinet, electronix
Michel Mast tenor saxofoon
Benjamin Boutreur alt saxofoon, klarinet
Bruno Vansina bariton saxofoon, klarinet
Bart Maris trompet
Pauline Leblond trompet
Peter Delannoye trombone
Marc Meeuwissen trombone
Berlinde Deman tuba
Martí Melià Margañon klarinet, bas saxofoon
Teun Verbruggen slagwerk
Peter Vandenberghe klavieren, electronix
Kristof Roseeuw contrabas
Frederik Leroux-Roels banjo
Wim Segers marimba, slagwerk
---
geluidstechniek Laurens Ingels
licht ontwerp/beeld Jasper Vanhalle
---
een coproductie van Theater Arsenaal en
Flat Earth Society Orchestra (FES)
met steun van de taxshelter van de Belgische Federale Overheid
coproductie Perpodium
---
fotografie Guy Kokken / Phile Deprez
VIDEO’S
Orfeus Trailer
FOTO’S
RECENSIES
Tussen dorpsgek en genie ****
(Magali Degrande - Het Nieuwsblad, 18-01-2023)
Vier jaar geleden schreef Koen De Graeve een midlifecrisis van zich af door een tekst te schrijven waarvoor hij in de huid kroop van Orfeus, de Griekse halfgod die het aandurfde om zijn gestorven geliefde terug te gaan halen in de onderwereld. Wonder boven wonder krijgt Orfeus een herkansing. De enige voorwaarde: niet echterom kijken. Maar zijn wij mensen wel in staat om alleen de toekomst te zien en nooit meer terug te grijpen naar het verleden?
Laat ons beginnen met het begin: deze Orfeus is veel. Heel veel. Druk. De Graeve als een rusteloze ziel. Een ziel die in drie talen praat – Nederlands, Engels, Duits. Hoe meer door elkaar, hoe liever. En om het helemaal af te maken, wordt het geheel overgoten met wat sappig Aalsters. De Graeve praat geen volzinnen, maar jamben. De Graeve praat als zichzelf, als Orfeus, als Zeus, de oppergod, en als Sinterklaas, dat ook. Hij kijkt bijna alleen maar achterom. Naar de relatie met zijn vader. Naar de eerste ontmoeting met Eurydice. Naar die keer dat hij (Koen) als kind in Aalst iemand verkleed als de goedheilige man, stomdronken van zijn stoel zag vallen. Het is allemaal bijzonder associatief. Overweldigend en ontwrichtend, dat ook. Het lijkt een spoken word performance, geruggensteund door het vijftienkoppige live orkest van Flat Earth Society. Nog meer indrukken, nog meer drukte. Al maken de capriolen van de muziek De Graeves tekst op een vreemde manier ook lichter, makkelijker verteerbaar. Alleen al het moment waarop de muziek ineens verdacht veel lijkt op de begintune van Dag Sinterklaas: een welkome speelse knipoog.
De rust van het graf
Voor deze twee uur durende rit zet je je maar beter schrap. Naar de mythologie ervan blijft het even zoeken: maar net als je het niet meer verwacht, komt de voorstelling tot een keerpunt: een stem die De Graeve berispend toespreekt: “Als je je taal en gedrag naar je publiek nu niet aanpast, sta je de kortste keren als een dorpsgek tegen een boom te balken.”
Dat dit een stuk is dat zichzelf tot de orde kan roepen, maakt het ineens beter, plaatst het in perspectief, en maakt duidelijk in welke lus wij mensen gevangen kunnen zitten: steeds weer dezelfde verwachtingspatronen, steeds weer diezelfde onvervulde verlangens. En – wat dacht je? – het wordt er niet beter op als je als halfgod al honderd keer langer leeft dan een sterfelijke medemens. Eeuwig leven lijkt een droom, maar wanneer is de lol ervan af? Wanneer kan je weer verlangen naar de rust van het graf?
Deze Orfeus kon alleen maar door iemand geschreven worden in het midden van zijn leven, iemand die geen focus meer vindt. Iemand die niet meer weet of hij nu vooruit of achterom moet kijken. Maar die ook weet dat er met hem nog veel meer zielen onthutst uit de slazwierder van het leven zijn gekomen. Dat er uit onverwachte hoek herkansingen kunnen komen. En dat kunst – of die nu de vorm heeft van Orfeus’ lier, een doldwaze stand-up-performance of een getalenteerd orkest – altijd een houvast kan bieden.
(Magali Degrande - Het Nieuwsblad, 18-01-2023)
Vier jaar geleden schreef Koen De Graeve een midlifecrisis van zich af door een tekst te schrijven waarvoor hij in de huid kroop van Orfeus, de Griekse halfgod die het aandurfde om zijn gestorven geliefde terug te gaan halen in de onderwereld. Wonder boven wonder krijgt Orfeus een herkansing. De enige voorwaarde: niet echterom kijken. Maar zijn wij mensen wel in staat om alleen de toekomst te zien en nooit meer terug te grijpen naar het verleden?
Laat ons beginnen met het begin: deze Orfeus is veel. Heel veel. Druk. De Graeve als een rusteloze ziel. Een ziel die in drie talen praat – Nederlands, Engels, Duits. Hoe meer door elkaar, hoe liever. En om het helemaal af te maken, wordt het geheel overgoten met wat sappig Aalsters. De Graeve praat geen volzinnen, maar jamben. De Graeve praat als zichzelf, als Orfeus, als Zeus, de oppergod, en als Sinterklaas, dat ook. Hij kijkt bijna alleen maar achterom. Naar de relatie met zijn vader. Naar de eerste ontmoeting met Eurydice. Naar die keer dat hij (Koen) als kind in Aalst iemand verkleed als de goedheilige man, stomdronken van zijn stoel zag vallen. Het is allemaal bijzonder associatief. Overweldigend en ontwrichtend, dat ook. Het lijkt een spoken word performance, geruggensteund door het vijftienkoppige live orkest van Flat Earth Society. Nog meer indrukken, nog meer drukte. Al maken de capriolen van de muziek De Graeves tekst op een vreemde manier ook lichter, makkelijker verteerbaar. Alleen al het moment waarop de muziek ineens verdacht veel lijkt op de begintune van Dag Sinterklaas: een welkome speelse knipoog.
De rust van het graf
Voor deze twee uur durende rit zet je je maar beter schrap. Naar de mythologie ervan blijft het even zoeken: maar net als je het niet meer verwacht, komt de voorstelling tot een keerpunt: een stem die De Graeve berispend toespreekt: “Als je je taal en gedrag naar je publiek nu niet aanpast, sta je de kortste keren als een dorpsgek tegen een boom te balken.”
Dat dit een stuk is dat zichzelf tot de orde kan roepen, maakt het ineens beter, plaatst het in perspectief, en maakt duidelijk in welke lus wij mensen gevangen kunnen zitten: steeds weer dezelfde verwachtingspatronen, steeds weer diezelfde onvervulde verlangens. En – wat dacht je? – het wordt er niet beter op als je als halfgod al honderd keer langer leeft dan een sterfelijke medemens. Eeuwig leven lijkt een droom, maar wanneer is de lol ervan af? Wanneer kan je weer verlangen naar de rust van het graf?
Deze Orfeus kon alleen maar door iemand geschreven worden in het midden van zijn leven, iemand die geen focus meer vindt. Iemand die niet meer weet of hij nu vooruit of achterom moet kijken. Maar die ook weet dat er met hem nog veel meer zielen onthutst uit de slazwierder van het leven zijn gekomen. Dat er uit onverwachte hoek herkansingen kunnen komen. En dat kunst – of die nu de vorm heeft van Orfeus’ lier, een doldwaze stand-up-performance of een getalenteerd orkest – altijd een houvast kan bieden.
Bezield in elke vezel. Koen De Graeve treedt als Orpheus de waanzin tegemoet in deze knetterende theatertrip. ****
(Gilles Michiels - De Standaard, 23-01-2023)
Wat doe je als de schepping elke dag tegen je knikker knalt? In deze voorstelling – iets tussen theater, stand-up en rapconcert – is Orpheus al drieduizend jaar in leven. Die oneindigheid is zelfs voor een mythisch figuur gekmakend. Als een bezetene raast hij onvermoeibaar tussen oude mythes, filosofische hersenspinsels en faits divers. What doesn’t kill you, makes you stranger, buldert Orpheus; zonder dood geen doel.
Koen De Graeve schreef dit vitalistische portret van een vleesgeworden paradox al in 2019, maar door de pandemie bleef het in de koelkast liggen. De acteur noemt het zijn ‘meest persoonlijke voorstelling ooit’, ontstaan tijdens een midlifecrisis. Orfeus voelt bezield in elke vezel; in tegenstelling tot de meeste van zijn creaties bij Lazarus maakte De Graeve hier alle keuzes zelf.
Toch staat hij niet alleen op het podium. Orpheus, volgens de mythe een dichter-muzikant, wordt geruggensteund door de filmische freejazz van het Flat Earth Society Orchestra, zeg maar de Belgische broer van Snarky Puppy. Zelf boetseert De Graeve met Nederlandse dialecten en een handvol andere talen een hoogsteigen poëzie die je oren doet tintelen.
De taal neemt in Orfeus een loopje met zichzelf. De acteur surft van geniale vondsten naar de meest bizarre bullshit, debiteert eerst grote inzichten over de wereld en raaskalt dan over zijn scrotum. Aan deze duizelingwekkende vaart verdampen de beide even snel. Dat is ook het uitgangspunt van deze race met de tijd, die alle betekenis uitwist nog voor ze zich kan vormen. Orpheus: dertig eeuwen aan herinneringen en de aandacht van een mug.
Alleen nog terug
De Graeve brengt het allemaal met de energie van een hond die achter zijn staart aanholt. De volle 130 minuten neemt hij om de tragiek daarvan te doen indalen. Pas aan het slot, wanneer het stil wordt, vertelt hij het beroemde verhaal van Euridice, die stierf toen Orpheus naar haar omkeek. Vóór dat moment kon hij alleen vooruit, daarna wil hij alleen nog terug.
In dat slot heeft De Graeve de hele doelloze loep van verlangen en wroeging gevat. Maar om dat inzicht te begrijpen, moet je je eerst door hem laten meeslepen op die dolle dooltocht in zijn onderwereld of bovenkamer. Het vergt een groot performer om zoveel kabaal in zoveel stilte te laten eindigen.
Buikdansende Koen De Graeve leidt zijn publiek door zijn tollend hoofd in Orfeus. ****
(Els Van Steenberghe - Focus Knack, 24-01-2023)
Hoe bezweert een topacteur een knoert van een midlifecrisis? Door zich vast te bijten in een mythisch oerverhaal en dat te vertimmeren tot een twee uur durende briesende solo. Zo bewijst Koen De Graeve in Orfeus.
‘Trrriiii tuuuu… focus, Koen, focus… Triiiii tuuuu… Goedenavond, ik ben Koen verdoeme neen ik ben Orfeus mijn vader is Zeus en op café woesj triii… Focus, Koen. Wat staat er nog op de To-Do-de-loe-lijst? LIEFDE! Einstein! Einstein twijfelde tussen twee dobbelstenen! Focus, Koen, focus. Ooit speelde ik Sinterklaas voor mijn dochters, echt waar! Focus, Koen. LIEFDE! Boeddha en Christus zaten eens op cafe… LIEFDE! What doesn’t kill you, makes you stranger! Focus, Koen. Focus. Sjalalalalaaaaa!’
Enzovoort. Zijn we gek geworden? Niet gekker dan anders. Is Koen De Graeve gek geworden? We denken van niet. Ook al doet het bovenstaande fragment uit zijn XL-solo mogelijk wat anders vermoeden. ‘Ik kon toch niet altijd alles volgen’, mompelde een toeschouwer na de voorstelling. Exact. Dat is ook precies de reden waarom De Graeve zich – geruggensteund door de machtig zalvende muziek van Peter Vermeersch en zijn Flath Earth Society Orchestra – aan deze heksentoer waagt. De Graeve kan het leven niet zo goed meer volgen. Zowel zijn persoonlijke leven als het leven in deze wereld doen zijn hoofd haast ontploffen van de vragen, vloeken, twijfels en frustraties.
Dat De Graeve niet alleen een ton acteertalent in huis heeft maar ook over een gedegen pen beschikt waarmee hij al menig Russische turven vertimmerde tot behapbaar en vooral niet van humor gespeend theater, zorgt er ook voor dat deze Orfeus beklijft. Ondanks de stortvloed aan gedachten en twijfels en vragen die De Graeve uitbraakt, levert dat (meestal) bevattelijk maar bovenal grappig én ontroerend theater op.
Waarover lult, lalt, filosofeert, vezelt, zingt, huilt, mompelt, declameert, tiert en zucht De Graeve dan? Over het verwarrende leven. Met de verhaallijn van de mythe over Orfeus & Eurydice als rode draad. De Griekse krijger Orfeus wil zijn geliefde Eurydice redden uit het labyrint van de dood en krijgt daarvoor toestemming van de goden op voorwaarde dat hij niet omkijkt tot de twee het labyrint verlaten hebben. Dat lukt hem, helaas, niet.
Flanerend langs die verhaallijn maakt De Graeve uitstapjes naar geboortestad ‘Oilsjt’, naar de togen van Mere, naar een Sinterklaasavond bij zijn gezin, naar hippe ouders op een strand én naar aangespoelde lijkjes van gevluchte kinderen op datzelfde strand. Hij vraagt zich af wie hij is en wat hij in deze vierkant draaiende wereld betekent – of kán betekenen – als acteur. Hij kapt water en whisky-cola achterover en buikdanst schaamteloos in zijn wit pak (zonder overhemd).
Je zit erbij en kijkt er bedremmeld én verwonderd naar. Alles trachten te volgen, is niet mogelijk noch de bedoeling. Toekijken hoe daar een man staat die al stamelend en zingend de chaos in zijn hoofd en leven tracht te bezweren met muziek en verhalen, raakt. Meesterlijk vertolkt hij de machteloosheid die elke burger – al dan niet veertigplusser – soms overvalt. Een woord, dat ook een hoofdrol speelt in de openingsparagraaf van dit artikel, komt geregeld en steeds glashelder voorbij: ‘liefde’. ‘De wereld heeft een tekort aan liefde. We weten dat, waarom doen we er niets aan?’, prevelt De Graeve.
Meesterlijk vertolkt hij de machteloosheid die elke burger – al dan niet veertigplusser – soms overvalt. Hij spuwt de vraag de zaal in waarna hij ineens begint te hijgen en te ‘kwispelen’ met zijn kont. Want, jawel, hij heeft intussen ook een hond. Het dier heet Wolf en loodst zijn baasje al kwispelend de rust in als de chaos in diens hoofd te groot wordt, en/of een podium plus publiek te ver weg.
(Gilles Michiels - De Standaard, 23-01-2023)
Wat doe je als de schepping elke dag tegen je knikker knalt? In deze voorstelling – iets tussen theater, stand-up en rapconcert – is Orpheus al drieduizend jaar in leven. Die oneindigheid is zelfs voor een mythisch figuur gekmakend. Als een bezetene raast hij onvermoeibaar tussen oude mythes, filosofische hersenspinsels en faits divers. What doesn’t kill you, makes you stranger, buldert Orpheus; zonder dood geen doel.
Koen De Graeve schreef dit vitalistische portret van een vleesgeworden paradox al in 2019, maar door de pandemie bleef het in de koelkast liggen. De acteur noemt het zijn ‘meest persoonlijke voorstelling ooit’, ontstaan tijdens een midlifecrisis. Orfeus voelt bezield in elke vezel; in tegenstelling tot de meeste van zijn creaties bij Lazarus maakte De Graeve hier alle keuzes zelf.
Toch staat hij niet alleen op het podium. Orpheus, volgens de mythe een dichter-muzikant, wordt geruggensteund door de filmische freejazz van het Flat Earth Society Orchestra, zeg maar de Belgische broer van Snarky Puppy. Zelf boetseert De Graeve met Nederlandse dialecten en een handvol andere talen een hoogsteigen poëzie die je oren doet tintelen.
De taal neemt in Orfeus een loopje met zichzelf. De acteur surft van geniale vondsten naar de meest bizarre bullshit, debiteert eerst grote inzichten over de wereld en raaskalt dan over zijn scrotum. Aan deze duizelingwekkende vaart verdampen de beide even snel. Dat is ook het uitgangspunt van deze race met de tijd, die alle betekenis uitwist nog voor ze zich kan vormen. Orpheus: dertig eeuwen aan herinneringen en de aandacht van een mug.
Alleen nog terug
De Graeve brengt het allemaal met de energie van een hond die achter zijn staart aanholt. De volle 130 minuten neemt hij om de tragiek daarvan te doen indalen. Pas aan het slot, wanneer het stil wordt, vertelt hij het beroemde verhaal van Euridice, die stierf toen Orpheus naar haar omkeek. Vóór dat moment kon hij alleen vooruit, daarna wil hij alleen nog terug.
In dat slot heeft De Graeve de hele doelloze loep van verlangen en wroeging gevat. Maar om dat inzicht te begrijpen, moet je je eerst door hem laten meeslepen op die dolle dooltocht in zijn onderwereld of bovenkamer. Het vergt een groot performer om zoveel kabaal in zoveel stilte te laten eindigen.
Buikdansende Koen De Graeve leidt zijn publiek door zijn tollend hoofd in Orfeus. ****
(Els Van Steenberghe - Focus Knack, 24-01-2023)
Hoe bezweert een topacteur een knoert van een midlifecrisis? Door zich vast te bijten in een mythisch oerverhaal en dat te vertimmeren tot een twee uur durende briesende solo. Zo bewijst Koen De Graeve in Orfeus.
‘Trrriiii tuuuu… focus, Koen, focus… Triiiii tuuuu… Goedenavond, ik ben Koen verdoeme neen ik ben Orfeus mijn vader is Zeus en op café woesj triii… Focus, Koen. Wat staat er nog op de To-Do-de-loe-lijst? LIEFDE! Einstein! Einstein twijfelde tussen twee dobbelstenen! Focus, Koen, focus. Ooit speelde ik Sinterklaas voor mijn dochters, echt waar! Focus, Koen. LIEFDE! Boeddha en Christus zaten eens op cafe… LIEFDE! What doesn’t kill you, makes you stranger! Focus, Koen. Focus. Sjalalalalaaaaa!’
Enzovoort. Zijn we gek geworden? Niet gekker dan anders. Is Koen De Graeve gek geworden? We denken van niet. Ook al doet het bovenstaande fragment uit zijn XL-solo mogelijk wat anders vermoeden. ‘Ik kon toch niet altijd alles volgen’, mompelde een toeschouwer na de voorstelling. Exact. Dat is ook precies de reden waarom De Graeve zich – geruggensteund door de machtig zalvende muziek van Peter Vermeersch en zijn Flath Earth Society Orchestra – aan deze heksentoer waagt. De Graeve kan het leven niet zo goed meer volgen. Zowel zijn persoonlijke leven als het leven in deze wereld doen zijn hoofd haast ontploffen van de vragen, vloeken, twijfels en frustraties.
Dat De Graeve niet alleen een ton acteertalent in huis heeft maar ook over een gedegen pen beschikt waarmee hij al menig Russische turven vertimmerde tot behapbaar en vooral niet van humor gespeend theater, zorgt er ook voor dat deze Orfeus beklijft. Ondanks de stortvloed aan gedachten en twijfels en vragen die De Graeve uitbraakt, levert dat (meestal) bevattelijk maar bovenal grappig én ontroerend theater op.
Waarover lult, lalt, filosofeert, vezelt, zingt, huilt, mompelt, declameert, tiert en zucht De Graeve dan? Over het verwarrende leven. Met de verhaallijn van de mythe over Orfeus & Eurydice als rode draad. De Griekse krijger Orfeus wil zijn geliefde Eurydice redden uit het labyrint van de dood en krijgt daarvoor toestemming van de goden op voorwaarde dat hij niet omkijkt tot de twee het labyrint verlaten hebben. Dat lukt hem, helaas, niet.
Flanerend langs die verhaallijn maakt De Graeve uitstapjes naar geboortestad ‘Oilsjt’, naar de togen van Mere, naar een Sinterklaasavond bij zijn gezin, naar hippe ouders op een strand én naar aangespoelde lijkjes van gevluchte kinderen op datzelfde strand. Hij vraagt zich af wie hij is en wat hij in deze vierkant draaiende wereld betekent – of kán betekenen – als acteur. Hij kapt water en whisky-cola achterover en buikdanst schaamteloos in zijn wit pak (zonder overhemd).
Je zit erbij en kijkt er bedremmeld én verwonderd naar. Alles trachten te volgen, is niet mogelijk noch de bedoeling. Toekijken hoe daar een man staat die al stamelend en zingend de chaos in zijn hoofd en leven tracht te bezweren met muziek en verhalen, raakt. Meesterlijk vertolkt hij de machteloosheid die elke burger – al dan niet veertigplusser – soms overvalt. Een woord, dat ook een hoofdrol speelt in de openingsparagraaf van dit artikel, komt geregeld en steeds glashelder voorbij: ‘liefde’. ‘De wereld heeft een tekort aan liefde. We weten dat, waarom doen we er niets aan?’, prevelt De Graeve.
Meesterlijk vertolkt hij de machteloosheid die elke burger – al dan niet veertigplusser – soms overvalt. Hij spuwt de vraag de zaal in waarna hij ineens begint te hijgen en te ‘kwispelen’ met zijn kont. Want, jawel, hij heeft intussen ook een hond. Het dier heet Wolf en loodst zijn baasje al kwispelend de rust in als de chaos in diens hoofd te groot wordt, en/of een podium plus publiek te ver weg.